Orgel

Informatie

Sinds 1982 beschikt onze gemeente over een orgel dat gebouwd is door de orgelbouwers Hendriksen en Reitsma uit Nunspeet. Het orgel beschikt over 39 registers die verdeeld zijn over drie klavieren en pedaal. Het orgel voldoet in alle opzichten aan zijn primaire taak, de begeleiding van de gemeentezang, in praktisch opzicht is het hiervoor ook ontworpen. In artistiek opzicht bieden zowel dispositie als intonatie alle mogelijkheden in de richting van de barok, maar met het in een zwelkast opgestelde bovenwerk (met bijvoorbeeld de warme strijkers of ronde Hobo) zeker ook voor muziek uit de romantische stijlperiode. Ons prachtige, karaktervolle instrument met haar uitgebreide dispositie en de daarmee samenhangende registratiemogelijkheden vormt iedere keer weer een inspiratiebron voor de verschillende organisten. In de Eredienst worden alle mogelijkheden, hetzij uit Psalmcomposities, hetzij improviserend over Psalmmelodieën, op passende wijze benut. Massale gemeentezang als beantwoording op het gebrachte Woord is indrukwekkend en vaak aangrijpend, of het nu gaat om een lofpsalm of een oproep tot verootmoediging. 

De dispositie van ons orgel is als volgt:
Pedaal (C-f1) Hoofdwerk (C-f3) Rugwerk (C-f3) Bovenwerk (C-f3) Speelhulpen
Prestant 16' Bourdon 16'  (af c0) Prestant 8' (af ais groot) Gedekt 8' Koppel pedaal/hoofdwerk
Subbas 16' Prestant 8' Holpijp 8' Viola di Gamba 8' Koppel pedaal/rugwerk
Octaaf 8' Roerfluit 8' Quintadena 8' Vox Celeste 8' (af c0) Koppel pedaal/bovenwerk
Gedekt 8' Octaaf 4' Octaaf 4' Roerfluit 4' Koppel hoofdwerk/rugwerk
Octaaf 4' Speelfluit 4' Ged. Fluit 4' Nasard 2 2/3' Koppel hoofdwerk/bovenwerk
Ruispijp IV st. Quint 2 2/3' Octaaf 2' Gemshoorn 2' Tremulant rugwerk
Bazuin 16' Octaaf 2' Nasard 1 1/3' Flageolet 1' Tremulant bovenwerk
Trompet 8' Cornet V st. (af a0) Sesquialter II st. Hobo 8' Muette schokbalg rugwerk
Klaroen 4' Mixtuur IV-VI st. Scherp III st. Vox Humana 8'
  Fagot 16' Dulciaan 8'  
  Trompet 8'    


Geschiedenis

Het eerste orgel
In 1894, het jaar dat onze huidige gemeente ontstond, verhuisde de gemeente naar een nieuw kerkgebouw met 500 zitplaatsen. Eind 1903 was er voor het eerst sprake van de bouw van een kerkorgel door orgelmaker P.C. Bik uit Leiden. Het werd op donderdagavond 2 november 1905 in gebruik genomen. Van dit (mechanische) orgel is alleen nog bekend dat het 12 stemmen had, verdeeld over twee klavieren en pedaal. Het orgel had volgens overlevering een mooie klank en een prachtig front, maar in 1929 verkeerde het orgel in een slechte staat. 


1931-1962, het Dekker-orgel
In 1931 werd er dan ook besloten om een nieuw orgel aan te kopen bij de orgelbouwer A.S.J. Dekker uit Goes. Dit was een pneumatisch orgel met één klavier en pedaal. De windvoorziening was nu voor het eerst elektrisch, wat betekende dat er geen orgeltrappers meer nodig waren. Wegens uitbreiding van het aantal gemeenteleden werd in 1935 het huidige kerkgebouw aangekocht, waarin toen 750 zitplaatsen waren. Het Dekker-orgel werd overgeplaatst. In 1942 werd vanwege de groei van de gemeente de kerkzaal uitgebreid met zijgalerijen. Op dat moment waren er ca. 1000 doop- en belijdende leden. Twintig jaar later, in 1962, moest het kerkgebouw met uitbreiding in het achterportaal opnieuw vergroot worden, waarbij er ruimte kwam voor totaal 1200 zitplaatsen. Hoewel het kerkgebouw in de loop der jaren dus tweemaal vergroot werd, bleef het inmiddels dertig jaar oude Dekker-orgel ongewijzigd. Ook de kwaliteit van dit orgel werd minder. 


1965-1979, het orgel van Fonteyn en Gaal
In 1962 werd er begonnen met de bouw van een opnieuw Electro-pneumatisch orgel, dit keer door orgelbouwers Fonteyn en Gaal uit Amsterdam. Dit orgel kwam in 1964 gereed en werd op 25 januari 1965 officieel aan de kerkenraad overgedragen. In de tijd dat het orgel in ons kerkgebouw stond zijn er diverse kleine wijzigingen aan de dispositie doorgevoerd. Het orgel beschikte uiteindelijk over 28 stemmen verdeeld over 2 klavieren en pedaal en werd opgesteld in een diepe nis boven de kansel. De speeltafel werd op de zijgalerij geplaatst. Na vergroting van het kerkgebouw in 1972 tot ca. 1500 zitplaatsen werd in 1978 besloten tot nieuwbouw van het zalencomplex achter de kerk. In dit plan moest het orgel wijken voor de grote bovenzaal. Verplaatsing van het in de nis gebouwde orgel was zonder grote aanpassingen echter niet mogelijk. Bovendien was de draagkracht van het instrument beperkt. Het orgel werd daarom verkocht aan de Christelijke Gereformeerde Eben Haëzerkerk in Utrecht-Noord. Het heeft daar tot 1996 dienst gedaan en is tegenwoordig te vinden in de Christelijke Gereformeerde Maranathakerk in 's Gravenzande. In onze gemeente werd er tijdens de erediensten tijdelijk gebruik gemaakt van een elektronisch orgel.

1982-heden, Hendriksen en Reitsma

Op 1 augustus 1979 werd aan de orgelbouwers Hendriksen en Reitsma te Nunspeet opdracht gegeven voor de bouw van een nieuw orgel volgens het mechanische sleepladensysteem. Aanvankelijk werd hierbij uitgegaan van 30 stemmen verdeeld over 2 klavieren en pedaal, waarbij een uitbreiding mogelijk was met een derde klavier en 8 extra stemmen. Gezien de opbrengsten van de collecten werd op 12 januari 1981 besloten om de orgelbouwers de uitbreiding direct te laten realiseren. Hendriksen en Reitsma schonken een extra stem in de vorm van een Flageolet 1 ', waarmee het totaal aantal zelfstandige registers uiteindelijk op 39 is gekomen. Het orgel, dat door het Reformatorisch Dagblad betiteld werd als een “Monumentaal orgel met uitstekende vormgeving”, telt daarmee 2441 sprekende orgelpijpen. De heer J. Zwanepol uit Kampen werd door de kerkenraad benoemd als adviseur bij de bouw en hielp met het oog op de kerkakoestiek bij de realisering van het klank technische aspect. Ook bespeelde hij het orgel toen het op woensdag 7 april 1982 onder veel belangstelling in gebruik werd genomen in een bijzondere kerkdienst. Onze emerituspredikant, ds. M.C. Tanis, mediteerde over Psalm 33: 3b, 4 en 5. “Speelt wel met vrolijk geschal. Want des HEEREN Woord is recht, en al Zijn werk getrouw. Hij heeft gerechtigheid en gericht lief; de aarde is vol van de goedertierenheid des HEEREN.”


Gedurende de afgelopen 30 jaren hebben de ontwikkelingen rondom ons orgel niet stilgestaan. Zo had het orgel onder andere te lijden onder de hoge luchtvochtigheid in het kerkgebouw, wat uiteindelijk in 2004 heeft geleid tot noodzakelijke reparaties en aanpassingen aan een aantal orgelonderdelen. Bij de zuiver loden onderdelen, met name in de tongwerken, was een zekere mate van oxidatie (versuikering) opgetreden waardoor deze delen moesten worden vervangen door metaal van een andere legering. Met het oog op deze problemen zijn er in dat jaar ook verschillende klimaatverbeteringen aangebracht aan het kerkgebouw. Onder andere werd onder de vloer van de kerk een schelpenlaag aangebracht om de hoge luchtvochtigheid tegen te gaan. Bij de voorbereiding van deze werkzaamheden is gebruik gemaakt van de Orgelbouw Advies Commissie van de VOGG, waarbij orgelbouwer Hendriksen en Reitsma zich aansloot. 
In 2006 heeft het orgelfront een grote opknapbeurt ondergaan. De buitenkant van de orgelkast werd grondig schoongemaakt en opnieuw gelakt. De frontpijpen werden gepoetst, waar nodig gerepareerd, en de labia van deze pijpen werden verguld. De oude laag was een goudkleurige verf welke door het hierin verwerkte koperpigment  ging verkleuren.


Er wordt rekening gehouden met het feit dat binnen niet al te lange tijd groot onderhoud gaat worden uitgevoerd. Normaal gesproken is groot onderhoud eens in de 25 á 30 jaar nodig. Hierbij wordt het hele orgel schoongemaakt en waar nodig gerepareerd. De mechaniek wordt opnieuw ingeregeld en waar nodig of gewenst wordt de intonatie verbeterd.



Criteria voor benoembare organisten Bethelkerk Sliedrecht

1. Een gedegen muzikale opleiding gevolgd hebben of nog volgen. Een organist moet bijv. iedere psalm a prima vista uit een koraalboek kunnen spelen.
2. In staat zijn om gemeentezang te begeleiden. Dat betekent in de praktijk: leiding geven aan de samenzang.
3. Als organist zich dienend willen opstellen. Het orgelspel vindt plaats in een eredienst en sluit zich aan bij de prediking.
4. Dooplid / belijdend lid zijn van CGK Sliedrecht Bethel. Belangstellenden van buiten de eigen gemeente kunnen niet solliciteren.
5. Bekwaamheid in het registreren. Enige bekwaamheid in (eenvoudig) improviseren wordt aanbevolen.
6. Het orgelspel ten allen tijde aanpassen aan de woorden van de gezongen psalmen. Dit aspect vereist, naast technische vaardigheden, invoelingsvermogen.
7. Zich verbinden aan de traditie binnen onze kerkelijke gemeente. Anders gezegd: het orgelspel sluit zich aan bij de manier van spelen die hier gangbaar is.

Orgel